Reactie SodM op maatregelen NAM: “Stap in de goede richting maar nog niet concreet genoeg.”
De gasproductie in Groningen moet omlaag om het risico op aardbevingen te verminderen. De voorgestelde maatregelen van de NAM zijn een stap in de goede richting maar niet concreet genoeg, aldus het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Omdat Groningen zich op dit moment in het hoogste alarmeringsniveau bevindt (code rood), is vanuit het oogpunt van veiligheid naar verwachting een flinke productievermindering noodzakelijk. SodM gaat de komende twee weken bepalen met hoeveel, waar en hoe de gasproductie moet worden verminderd. En zal hierover een advies uitbrengen aan de minister van Economische Zaken en Klimaat. Minister Wiebes beslist uiteindelijk wat er met de gasproductie moet gebeuren.
Eerste reactie op de analyse en de maatregelen van de NAM
De NAM wekt de indruk in haar analyse dat de maatregelen enkel nodig zijn voor de veiligheidsbeleving van de inwoners van Groningen. Volgens SodM kun je niet stellen dat er verder geen concrete veiligheidsrisico’s zijn. In haar maatregelen stelt de NAM voor een aantal clusters in te sluiten. SodM gaat kijken of dit voldoende en de juiste clusters zijn om de seismische risico’s in het Loppersum-veld te verminderen. De NAM stelt ook voor de jaarlijkse productie van het Groningenveld te verlagen, maar geeft hierbij niet concreet aan met hoeveel. SodM gaat onderzoeken hoe hoog deze vermindering concreet moet zijn en of er specifieke clusters zijn waar de productievermindering het meeste effect heeft. Daarnaast onderzoekt SodM in welke mate vlakke productie noodzakelijk is - zowel per cluster als regionaal, vanuit het perspectief van de veiligheid.
Advies aan de minister van Economische Zaken en Klimaat
SodM gaat binnen twee weken een advies uitbrengen aan de minister van Economische Zaken en Klimaat met het oog op de veiligheid van de inwoners van Groningen. Het terugdraaien van de gaswinning heeft eventueel gevolgen voor de levering van gas naar bedrijven en huishoudens. Het advies van SodM zal daar geen rekening mee houden maar alleen gebaseerd zijn op veiligheidsoverwegingen. Het is aan de minister om zo nodig een afweging te maken tussen veiligheid en leveringszekerheid. De minister beslist uiteindelijk wat er met de gasproductie in Groningen moet gebeuren.
Hand aan de kraan
Ondanks de vele wetenschappelijke onderzoeken, is de kennis van de ondergrond onvoldoende om te kunnen berekenen bij welk niveau van de gaswinning welke beving optreedt. Daarom hanteert SodM het Meet– en regelprotocol om de effectiviteit van de productiemaatregelen nauwkeurig te monitoren (het ‘meten’) en de productie te verminderen als de bevingen hierom vragen (het ‘regelen’). Met de beving van 8 januari jl. in Zeerijp nabij Loppersum is het hoogste niveau uit het meet- en regelprotocol bereikt: het interventieniveau (code rood). Er is daarom naar verwachting in ieder geval een flinke productievermindering nodig om terug te gaan naar het waakzaamheidsniveau (code groen) of lager.