Reactie SodM op spoedwet Gaswinning Groningen
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft de minister van EZK in haar Uitvoerings- en Handhaafbaarheidstoets op de spoedwet geadviseerd dat ook ingrijpen op onverwachte bodembeweging in Groningen wenselijk is. SodM zal daarbij het Meet- en Regelprotocol (MRP) hanteren zoals dat ook gedaan is bij de recente aardbeving in Zeerijp.
De codes van het MRP (groen, oranje, rood) zijn gebaseerd op aantallen en zwaarte van bevingen door gaswinning en geeft zo de mogelijkheid tot het tijdig nemen van maatregelen, opdat grotere nadelige effecten waar mogelijk worden voorkomen. Aangezien de tijd tussen ingrijpen en effect van de maatregelen 6 tot 18 maanden is, is dit zeer van belang . Dit laat onverlet dat de minister direct kan ingrijpen op de afgesproken winning als een aardbeving leidt tot (dodelijke) slachtoffers.
Als een bedrijf gas wint geldt een wettelijke zorgplicht die zegt dat onveilige situaties moeten worden voorkomen. SodM houdt toezicht op de naleving van deze wettelijke verplichting. In de huidige Mijnbouwwet rust de zorgplicht volledig op de NAM. Door de spoedwet komt de zorgplicht zowel bij de NAM als bij de minister van EZK te liggen: De NAM moet alle noodzakelijke maatregelen nemen om de gevolgen van een zwaar ongeval voor mens en milieu te beperken en de minister moet voorkomen dat de veiligheid geschaad wordt als gevolg van de gaswinning. Het MRP is een nadere invulling van de zorgplicht.
Omdat verantwoordelijkheden in de spoedwet anders zijn belegd dan in de huidige wet het geval is ,is ook aanpassing van het MRP noodzakelijk zodat helder blijft welke partij wat moet doen zodra grenswaarden uit het MRP worden overschreden. SodM zal na gesprekken met de NAM en het ministerie van EZK het MRP herzien, mede op grond van de nieuwe spoedwet. Een goede invulling van het MRP als uitwerking van de wettelijke zorgplicht maakt het makkelijker de wet uit te voeren.
Proces
SodM concludeert dat het wetsvoorstel van de minister dat strekt tot het winnen van minder gas uit het Groningenveld uitvoerbaar en handhaafbaar is. De minister heeft vervolgens het wetsvoorstel aangepast naar aanleiding van de reacties op de internetconsultatie en het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State. Over dit aangepaste wetsvoorstel zal naar verwachting nog voor de zomer in de Tweede Kamer gestemd worden.