Onderzoek naar opslag van waterstof in zoutcavernes

“Waterstof opslaan in zoutcavernes lijkt technisch mogelijk, maar om risico's goed te kunnen beheersen is aanvullend onderzoek nodig.” Dat concludeert SodM uit het onderzoek naar de risico’s van waterstofopslag in zoutcavernes in Nederland. Vanuit het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) is dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG, destijds het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat) onder de naam KEM-28.

KEM-28 is belangrijk voor de energietransitie

SodM volgt de ontwikkelingen in de energietransitie op de voet. Eén van deze ontwikkelingen is de ondergrondse opslag van waterstof. Waterstof is een energiedrager die kan helpen onze CO2-uitstoot te verminderen. Om op steeds grotere schaal waterstof te kunnen gebruiken, is het nodig dat we er in Nederland een voorraad van kunnen aanleggen. De opslag van waterstof in zoutcavernes in de diepe ondergrond – onder land of onder zee – lijkt hiervoor geschikt. Het is daarom belangrijk dat er een goed beeld is van wat er komt kijken bij de ondergrondse opslag van waterstof, hoe dit zo veilig mogelijk kan, wat de risico’s zijn, en wat de gevolgen kunnen zijn voor de langere termijn. KEM-28 is een eerste onderzoek naar de risico’s van waterstofopslag in zoutcavernes in Nederland. De bij KEM-28 betrokken onderzoekers staan in het werkveld bekend om hun expertise. De ter zake deskundigen van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) vinden het onderzoek van hoge kwaliteit.

Wat zijn de resultaten van KEM-28?

Het opslaan van waterstof in een zoutcaverne in de diepe ondergrond lijkt technisch mogelijk. De onderzoekers concluderen dat er nog veel vragen zijn over de risico’s van waterstofopslag en ook veel onzekerheden. Vragen over bijvoorbeeld het kruipgedrag en zelfhelend vermogen van het zout, en het effect op de porositeit van het anhydriet (een mineraal dat in zoutlagen voorkomt). Het is belangrijk te begrijpen of dit effect heeft op de (lange termijn) integriteit en stabiliteit van een caverne. De onderzoekers geven aan dat het belangrijk is dat het onderzoek blijft doorgaan naar ondergrondse waterstofopslag.

Belangrijke aanbevelingen uit KEM-28 zijn:

  • Enkel de lokale geologie bepaalt wat veilig kan:
    • Doe daarom goed onderzoek naar de eigenschappen van het zout waarin je wil gaan opslaan.
    • Dat onderzoek moet van tevoren (voor er een caverne is gemaakt), maar ook tijdens de opslag plaats vinden.
  • De vorm van de caverne is belangrijk:
    • Omdat het nieuw is: begin met een caverne die met speciale aandacht is aangelegd. Let daarbij speciaal op onzuiverheden in het zout.
    • Houd de vorm van de caverne goed in de gaten.
  • De eerste jaren kunnen en moeten we blijven leren over waterstofopslag.
  • Begin niet met te snel oppompen en leeg laten lopen van een caverne: ook dit is nieuw, dus liefst met aandacht en rustig beginnen.
  • Houd bij de aanleg van putten en buizen rekening met de specifieke eigenschappen van waterstof.
  • Betrek de omgeving (personen, organisaties en overheden in de buurt) bij elke fase van het proces: bij de fase waarin het leren, de fase van de inventarisatie van risico’s en die van de monitoring en andere manieren waarop risico’s beheerst worden.

Hoe gaat SodM de uitkomsten van KEM-28 gebruiken?

Bij toekomstige vergunningaanvragen moeten de aandachtspunten uit de KEM-28 studie goed worden bekeken. SodM zal deze aanbevelingen gebruiken in haar toezicht en advies. Het KEM-28 onderzoek zegt bijvoorbeeld dat het opslaan van waterstof in meerdere cavernes die dichter bij elkaar liggen dan nu gebruikelijk is, stabiel is. Net als de onderzoekers zelf is SodM daar nog niet van overtuigd. Aan het einde van hun levensduur moeten de cavernes veilig worden afgesloten. Ook de aandachtspunten uit KEM-17, het onderzoek naar de lange termijnrisico’s van het afsluiten van zoutcavernes, zijn belangrijk voor cavernes waarin waterstof is opgeslagen. Daarom vindt SodM het belangrijk dat operators voor de start van de aanleg van de opslagcaverne een plan indienen voor het veilig afsluiten van de caverne (voor het moment waarop het opslaan van waterstof stopt). SodM ziet het KEM-28 onderzoek ook als een belangrijk begin voor vervolgonderzoek naar waterstofopslag in zout.

KEM-programma

Het Kennisprogramma over de Effecten van Mijnbouw (KEM) is opgericht door KGG en SodM. Het doel van KEM is om meer te leren over mogelijke risico's van mijnbouwactiviteiten in Nederland. SodM en KGG hebben elk een eigen onderzoeksbudget. KGG heeft KEM-28 laten uitvoeren. SodM haalt uit de resultaten van dit onderzoek belangrijke aanbevelingen, deelt deze met de sector en neemt ze mee in haar advies en toezicht.