Reactie SodM op afsluiten Frisia’s zoutcaverne Oosterbierum
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft op 18 juli 2019 een brief gestuurd naar de directie van zoutbedrijf Frisia. De brief is een reactie op abrupte buitengebruikstelling van put en zoutcaverne BAS-3O bij Oosterbierum in Friesland. In deze carverne bleek onverwacht magnesium-rijk pekel uit de nabijgelegen caverne BAS-3 gestroomd te zijn.
SodM is van mening dat Frisia onder deze kritieke omstandigheden juist heeft gehandeld door de put via cementpluggen onder hoge druk, onomkeerbaar, direct af te sluiten. De instemming met deze noodmaatregel is wel onder voorwaarde dat Frisia redelijkerwijs alle maatregelen neemt om de nadelige gevolgen voor mens en milieu, nu en in de toekomst, te voorkomen. SodM vindt wel dat het zoutbedrijf al in een eerder stadium de mogelijke gevolgen van de instroom uit BAS-3 in kaart had moeten brengen. In de toekomst verwacht SodM van Frisia dan ook een verbeterde houding op dit gebied.
Het geheel of gedeeltelijk buiten gebruik stellen van een mijnbouwwerk moet normaliter volgens het Mijnbouwbesluit vooraf aangevraagd worden met een door de minister ingestemd sluitingsplan. Frisia kan niet meer doen dan nu gedaan. Het is nu te hopen dat de caverne niet te veel druk opbouwt. Er is geen gevaar voor de bovengrond omdat de caverne erg diep zit. Als de caverne versneld zou leeglopen levert dat wel bodemdaling op.