Vernieuwde Regeling externe veiligheid inrichtingen ook voor mijnbouwinrichtingen
Per 1 juli 2015 geldt de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) ook formeel voor locaties waar olie en gas wordt gewonnen, zogenoemde mijnbouwinrichtingen. De regeling is er om individuen en groepen een minimum bescherming te garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. De Revi valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), beiden zijn 2004 in werking zijn getreden. Omdat de daarbij behorende rekenregels niet altijd toepasbaar waren voor mijnbouwinrichtingen, werd voor het bepalen van de externe veiligheid van mijnbouwinrichtingen de Interim Handleiding Risicoberekening gebruikt. De overheid en vertegenwoordigers uit de branche hebben de afgelopen jaren hard gewerkt om de mijnbouwinrichtingen wel onder de regels voor externe veiligheid te brengen.
Met deze wijzigingsregeling is nu ook een nieuwe versie van de rekenmethodiek Bevi vastgesteld. De door SodM uitgegeven Interim Handleiding Risicoberekeningen is daarmee vervallen.
Er geldt een uitzondering: voor het bepalen van de risico's bij het uitvoeren van boringen moeten de scenario’s en faalfrequentie gegevens uit de Interim Handleiding Risicoberekeningen nog wel gebruikt worden.
De olie- en gaswinningslocaties vallen in de regeling onder ‘niet-categoriale inrichtingen’. Dit houdt in dat per locatie een specifieke berekening nodig is om te bepalen wat de risico’s zijn. Dat gebeurt met de rekenmethodiek Bevi.
Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar druk, temperaturen en stoffen die eventueel vrij komen. Locaties waarvoor wel standaarden bestaan zijn onder andere LPG-tankstations en bedrijven waar een grote koel-of vriesinstallatie aanwezig is op basis van ammoniak.
Ook is de saneringsplicht uit het Bevi van toepassing, zodat situaties waarin de risico’s te groot zijn binnen vijf jaar gesaneerd moeten worden. Uit een uitgevoerd onderzoek blijkt dat dit voor de sector haalbaar en betaalbaar is.
Meer informatie: