Afwijzing handhavingsverzoek zoutwinning Nedmag
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft een verzoek van Stichting Stop Zoutwinning en Bewonersgroep Borgercompagnie om handhavend op te treden tegen Nedmag afgewezen. Na onderzoek zijn er geen overtredingen geconstateerd.
Waar gaat het handhavingsverzoek over?
Verzoeker vroeg SodM om handhavend op te treden op twee punten die te maken hebben met de pekelwinning van Nedmag. Het eerste punt gaat over de ontwikkeling van, en productie uit, de putten VE-5 en VE-7 van Nedmag. Verzoeker wilde dat dit met onmiddellijke ingang zou worden stopgezet, omdat volgens hen Nedmag meer dan verwacht produceert en dat dat zou leiden tot meer bodemdaling dan vergund. Het tweede punt ging over het handhaven van de verplichting van Nedmag wat betreft de publicatie van bodemdalingscijfers, zoals beschreven in Artikel 9 van het Instemmingsbesluit op het Winningsplan 2018 van Nedmag.
Nedmag is niet in overtreding
De winning van delfstoffen dient overeenkomstig het winningsplan van 2018, waarmee de destijds zittende staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat in 2023 heeft ingestemd, te worden uitgevoerd. SodM concludeert dat dit het geval is. SodM komt na een eigen berekening, die in het besluit op het handhavingsverzoek beschreven staat, tot de conclusie dat Nedmag op dit moment niet in overtreding is met betrekking tot de maximaal toegestane pekelwinning uit het instemmingsbesluit Winningsplan 2018. Ook wat betreft een mogelijk grotere bodemdaling, als gevolg van de meer dan initieel verwachte winning, concludeert SodM dat Nedmag de maximaal vergunde bodemdaling van 95 centimeter nog niet overschreden heeft en dus niet in overtreding is.
Nedmag publiceert bodemdalingscijfers
In artikel 9 van het Instemmingsbesluit op het Winningsplan 2018 zijn geen verplichtingen aan Nedmag opgelegd met betrekking tot publicatie van bodemdalingscijfers. Desondanks publiceert Nedmag de bodemdalingscijfers van het Meet- en Regelprotocol. Deze zijn terug te vinden op www.nedmag.nl/kennisbank. SodM heeft daarom geen aanleiding om handhavend op te treden op dit punt.