SodM: NAM moet toegenomen aardbevingen in Groningen analyseren
Dinsdag 3 december was er omstreeks half negen ’s avonds een beving met een magnitude van 1.9 bij Garrelsweer. Hierdoor is de ‘aardbevingsdichtheid’ toegenomen en heeft een grenswaarde overschreden. Daarmee is Groningen van het waakzaamheidsniveau (code groen) in het signaleringsniveau (code geel) terechtgekomen. Als dat gebeurt, is de standaardprocedure dat de NAM binnen twee weken een analyse maakt van de seismische ontwikkelingen.
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) zal de analyse beoordelen en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) hierover informeren. Dit volgt uit de Mijnbouwregeling over de gaswinning in Groningen. Het doel is om te bezien of er ingegrepen moet worden in de wijze waarop het gas wordt gewonnen, mochten de seismische ontwikkelingen daar aanleiding toe geven.
Toezicht op de gaswinning in Groningen
De Mijnbouwregeling beschrijft twee soorten parameters: parameters die een trend signaleren en parameters die alarmeren na een enkele grote beving. In dit geval is de grenswaarde van de trendparameter ‘aardbevingsdichtheid’ overschreden. Voor een parameter gelden drie niveaus: waakzaamheids-, signalerings- en het interventieniveau. Het interventieniveau is het hoogste niveau (code rood) zoals werd bereikt na de beving op 8 januari 2018 van 3.4 bij Zeerijp. Daarvan is nu geen sprake.
Wat is de aardbevingsdichtheid?
De aardbevingsdichtheid wordt bepaald door het aantal bevingen met een magnitude van 1.0 of hoger te tellen in het afgelopen jaar en te berekenen hoe hoog de concentratie per gebied is. Per locatie geldt dat een beving dichtbij zwaarder meetelt dan een beving wat verder weg. Deze grootheid meet in hoeverre specifieke gebieden vaak getroffen worden door bevingen, waarbij het niet uitmaakt hoe zwaar deze bevingen zijn. Er is nu een aardbevingsdichtheid van 0.28 omdat er het afgelopen jaar met name veel bevingen zijn geweest in het gebied tussen Garrelsweer en Loppersum.