Toelichting bij de bevingen in Groningen van 4 oktober 2021
Gisteren waren er drie bevingen in het Groningen-gasveld. Om 4:59 schrokken tientallen bewoners bij Zeerijp wakker van een beving van 2.5 op de schaal van Richter, om 15:33 was er een beving van 1.8 nabij Appingedam, en om 22:47 was er wederom een beving bij Zeerijp – ditmaal met een magnitude van 2.2 op de schaal van Richter. Bewoners geven aan gevoelens van angst te ervaren nu er drie bevingen van rond de magnitude 2.0 hebben plaatsgevonden op één dag. De afgelopen tijd zijn er een bovengemiddeld aantal bevingen geweest in het gebied rond Loppersum.
Gezondheidsschade door onzekerheid
Elke beving betekent een nieuw rondje om het huis om te kijken of er schade bij gekomen is. Of herinnert aan schade die nog wacht op afhandeling. En bewoners die wachten op versterking realiseren zich bij elke beving opnieuw dat ze wonen in een potentieel onveilig huis. Een deel van de mensen ondervindt als gevolg van de lange duur van deze situatie stress hetgeen kan doorwerken naar de gezondheid. Naarmate mensen langer moeten wachten op de overheid en in onzekerheid verkeren, kan de stress en de gezondheidsschade verder oplopen. Hoewel de kans op een zware beving afneemt, en daardoor naar verwachting minder huizen versterkt hoeven worden, is het nog steeds belangrijk dat de versterkingsoperatie voortvarend wordt opgepakt in Groningen.
Duiding van de bevingen van 4 oktober jl.
Aardbevingen ontstaan door plotselinge bewegingen van aardlagen langs breuken in de diepe ondergrond. Dat werkt als volgt. Aardgas zit tussen gesteentekorreltjes in de zandsteenlaag. Bij gaswinning haal je het gas tussen de korrels weg en verlaag je de druk tussen deze gesteentekorreltjes. De zandsteenlaag wordt daardoor samengedrukt. Er bouwen daardoor spanningsverschillen op langs bestaande breuken die kunnen leiden tot aardbevingen. Tijdens een beving komt op dat gedeelte van de breuk de opgebouwde spanning vrij. Als gevolg van een beving komt er ook extra spanning op de naastliggende breukdelen te staan. Als daar door de jarenlange gaswinning al veel spanning is opgebouwd, kan ook daar een beving ontstaan. De bevingen bij Zeerijp zijn om die reden zeer waarschijnlijk met elkaar verbonden. De beving bij Appingedam is duidelijk op een andere breuk en op dusdanige afstand dat een verband met de andere bevingen onwaarschijnlijk is.
Bovengemiddeld aantal bevingen rond Loppersum
De bevingen die we nu zien worden nog amper veroorzaakt door de huidige gasproductie, maar zijn het resultaat van de jarenlange gaswinning uit het Groningen-gasveld. Dit heeft voor drukverschillen gezorgd in het gasreservoir. Zo is de druk relatief hoog rondom de clusters in Loppersum waar de winning al enige tijd gestopt is. In het zuiden, waar nog gas gewonnen wordt, is de druk lager. Deze druk is zich nu aan het vereffenen. Het aardgas stroomt van plekken met een hoge druk naar plekken met een lage druk. Ook dit proces veroorzaakt spanningen op breuken in de diepe ondergrond, die tot bevingen kunnen leiden. Dat verklaart waarom er relatief veel bevingen zijn in het Loppersum-gebied. Pas als de druk weer min of meer gelijk is in het veld, zullen de aardbevingen stoppen. Dit is een langzaam proces dat nog tientallen jaren kan duren. Wel zal het aantal bevingen en de kans op zwaardere bevingen gedurende deze tijd afnemen.