Relatief veel bevingen in regio Loppersum, Groningen
In Groningen is op dit moment lokaal sprake van verhoogde aardbevingsactiviteit. Met name in het gebied rond Loppersum zijn sinds 4 oktober van dit jaar relatief veel aardbevingen geweest.
Door de aardbeving van 8 november 2021 met een magnitude van 1,7 bij Westeremden is de maximale aardbevingsdichtheid opgelopen naar 0,42 aardbevingen per km2 per jaar. Hiermee is de grenswaarde van 0,4 voor deze parameter overschreden. Volgens de Mijnbouwregeling moet de NAM uiterlijk 22 november een rapportage indienen bij het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) met een analyse van de seismiciteit in Groningen. SodM zal deze rapportage beoordelen en met een nadere duiding aan de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) sturen.
Bevingen als gevolg van drukvereffening in het Groningen-gasveld
SodM heeft vorig jaar geconcludeerd dat, naast de reeds ingezette vermindering van de gasproductie, er geen aanvullende mogelijkheden zijn om het aantal bevingen per jaar verder te verlagen. De huidige bevingen zijn het gevolg van de drukverschillen die zijn ontstaan door de jarenlange gaswinning in het Groningen-gasveld. Normaal gesproken zorgt gaswinning voor drukverlaging. Echter, in het zuiden van het gasveld stijgt de druk ondanks dat er nog gas gewonnen wordt. De druk rondom Loppersum, waar de winning al enige tijd gestopt is, is relatief hoog. Het aardgas stroomt van plekken met een hoge druk naar plekken met een lage druk. Deze drukvereffening zorgt voor een drukafname bij Loppersum. Dit veroorzaakt spanningen op breuken in de diepe ondergrond, die tot bevingen kunnen leiden. De drukken in het gasveld worden nu niet meer door de huidige gaswinning bepaald, maar door het drukverschil dat door de gaswinning in het verleden in het gasveld is opgebouwd. Het proces van drukvereffening zal mogelijk nog tientallen jaren duren. Pas als de druk overal gelijk is, zullen er naar verwachting geen gasgerelateerde aardbevingen meer zijn.
Wat is de aardbevingsdichtheid?
De aardbevingsdichtheid wordt bepaald door het aantal bevingen te tellen met een magnitude van 1,2 of hoger in het afgelopen jaar, en te berekenen hoe hoog de concentratie van het aantal bevingen in een bepaald gebied is. Voor de berekening van de dichtheid geldt dat een beving dichtbij zwaarder meetelt dan een beving wat verder weg. Deze grootheid meet in hoeverre de aardbevingen zich op een bepaald moment concentreren in een lokaal gebied.