SodM: Waterinjectie kan veilig in Schoonebeek

Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) geadviseerd over de veiligheid van mens en milieu bij de benodigde vergunningen voor de injectie in het Schoonebeek-gasveld van afvalwater afkomstig van oliewinning. SodM heeft de plannen van de NAM zorgvuldig bestudeerd en concludeert dat de risico's beperkt zijn, mits nadere maatregelen worden getroffen. Het gaat met name om maatregelen ter voorkoming van schade aan het milieu, beheersing van aardbevingen en bodemdaling. 

Voorkomen van schade aan het milieu

Om schade aan het milieu te voorkomen, is het van belang dat het injectiewater via de put rechtstreeks in het gasveld komt en daar blijft. De NAM gaat twee nieuwe putten boren voor de waterinjectie met extra stevige verbuizingen en een speciale beschermlaag aan de binnenkant van de put. Door de druk te begrenzen waarmee de NAM het water injecteert en tot hoever het gasveld mag worden gevuld, wordt het water veilig opgeslagen in het gasveld. De NAM heeft een geschikt monitoringssysteem voor de leidingen en putten, waarmee eventuele schades tijdig kunnen worden opgemerkt en maatregelen genomen kunnen worden vóórdat er gevolgen zijn voor mens en milieu. De NAM is verplicht bijzonderheden die opgemerkt worden in het monitoringssysteem te melden aan SodM. Daarnaast controleert SodM tijdens inspecties of het systeem naar behoren werkt. Hierdoor worden lekkages zo veel mogelijk voorkomen, maar incidenten zijn nooit uit te sluiten. 

Beheersing van aardbevingen

De kans op aardbevingen is zorgvuldig beoordeeld door te kijken naar historische bevingen, de afstand tot een eventuele breuk in de diepe ondergrond, de injectiedruk en de hoeveelheid water die geïnjecteerd gaat worden. De injectie gaat plaatsvinden in een gebied waar de afgelopen 30 jaar in vergelijkbare gasvelden zo’n tien bevingen zijn gemeten, waarvan de zwaarste een magnitude van 2,2 had. Door de relatief zandige bodem in Drenthe leiden bevingen tot minder schade dan een beving van dezelfde magnitude in Groningen, waar klei zorgt voor een extra opslingereffect. Door het toevoegen van grootschalige waterinjectie verandert de zwaarte van mogelijke bevingen niet. Omdat bestaande breuken in het gasveld makkelijker ‘schuiven’ als ze nat worden, kan het wel vaker gaan beven door de extra waterinjectie. SodM stelt daarom een aantal voorwaarden om ervoor te zorgen dat de NAM eventuele bevingen goed monitort en tijdig maatregelen neemt. De NAM moet het seismisch netwerk van het KNMI uitbreiden om bevingen vanaf 0,5 te kunnen meten. Bij twee bevingen in een jaar tussen de 1,5-2,0 (of 1 beving tussen de 2,0-3,0) moet de NAM de beving(en) analyseren en maatregelen voorstellen aan SodM. Bij een beving van 3,0 of hoger moet de NAM het gasveld voorgoed sluiten, zo adviseert SodM. 

Beperkte bodemdaling

Bodemdaling als gevolg van deze aanvraag is maximaal 2 tot 4 cm. In het verleden is de bodem reeds 12 cm gedaald als gevolg van olie- en gaswinning. Totale bodemdaling uit historische en toekomstige winning zal op het diepste punt boven het gasveld maximaal 16 cm zijn. Deze bodemdaling is gelijkmatig over het hele gebied, waardoor dit niet direct tot schade zal leiden. SodM controleert of de NAM binnen de toegestane bodemdaling blijft. SodM adviseert EZK om de NAM de bodemdaling en eventuele gevolgen te laten monitoren en hierover te laten rapporteren. Hierbij vraagt SodM de NAM om specifiek aandacht te hebben voor de bewoners van Nieuw-Amsterdam die sinds 2019 te maken hebben met funderingsschade door aanzienlijke lokale bodemdaling als gevolg van veenoxidatie, zetting, droogte en grondwateronttrekking. De bewoners maken zich zorgen over mogelijke gevolgen van de ondergrondse waterinjectie voor de reeds bestaande schade aan hun woningen.

Beste manier van verwerking van afvalwater

Het afvalwater bestaat hoofdzakelijk uit water afkomstig uit de diepe ondergrond, gecondenseerd stoom en mijnbouwhulpstoffen. De afvalwaterstroom is geclassificeerd als niet-gevaarlijk afval. SodM oordeelt dat het injecteren van afvalwater volgens de geldende regels voor het verwerken van afval gebeurt. Injectie in de diepe ondergrond is op dit moment de best beschikbare techniek voor verwerking. Dit neemt echter de onrust bij sommige omwonenden over mogelijke gevolgen van het injecteren van afvalwater in de diepe ondergrond niet weg. Daarnaast hecht SodM aan nieuwe inzichten en (best beschikbare) technieken bij een activiteit zoals waterinjectie. SodM adviseert daarom de injectie periodiek te heroverwegen en het perspectief van de omgeving daarin mee te nemen.

Vergunningenprocedure EZK

SodM heeft deze adviezen gegeven in het kader van de vergunningenprocedure. EZK heeft hierbij om advies gevraagd aan meerdere partijen, waaronder SodM. EZK heeft de adviezen van SodM en TNO op 7 maart 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd. EZK zal de adviezen verwerken in een zogeheten ontwerp-besluit en vervolgens publiceren op www.mijnbouwvergunningen.nl. Dan start de periode waarbinnen belanghebbenden een zienswijze kunnen indienen. In die periode is het gebruikelijk dat EZK een informatieavond organiseert. Experts van SodM zullen hierbij aanwezig zijn om onze adviezen toe te lichten. Zodra de vergunningen in werking treden, zullen de inspecteurs van SodM toezichthouden op de mijnbouwactiviteiten van de NAM in Schoonebeek.