Tussentijdse rapportage van onderzoek naar seismisch netwerk Groningen
Het KNMI heeft de afwijkingen in de meetdata van G0-meters in het seismisch netwerk van Groningen op juiste wijze gecorrigeerd. Deze afwijkingen hebben verder geen effect gehad op de versterking en de afhandeling van aardbevingsschade. Dat bevestigt het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).
De G0-meters meten grondversnellingen bij aardbevingen. In februari meldde het KNMI dat zij bij deze meters een afwijking geconstateerd had, en deze inmiddels gecorrigeerd had. Omdat het seismisch netwerk van het KNMI onder andere van belang is voor het bepalen van de omvang van de versterkingsopgave en wetenschappelijk onderzoek naar het Groningen-gasveld, is SodM met een onafhankelijke validatie gestart. Deze gaat naar verwachting een jaar duren. Dit is een eerste tussentijdse rapportage van deze validatie.
Tijdens deze validatie heeft SodM afwijkingen ontdekt bij metingen van andere versnellingsmeters in Groningen, de zogeheten B0-meters. Doordat de meters gemonteerd zijn op gefundeerde gebouwen worden de gemeten trillingen gedempt. Hierdoor wordt niet direct de daadwerkelijke grondversnelling gemeten, maar een deels gedempte grondversnelling. De metingen van de grondversnelling worden onder andere gebruikt om te berekenen of huizen in Groningen aan de veiligheidsnorm voldoen. Omdat de B0-meters verspreid staan over heel Groningen, is de invloed voor alle gebouwen in de regio vergelijkbaar. Dat wil zeggen: voor alle gebouwen gaat het berekende risico omhoog. De omvang van dit effect is nog onbekend. SodM heeft de NAM opdracht gegeven dit effect nader te onderzoeken.
Wat is het effect van de gedempte metingen op de versterking?
Als de NAM nieuwe risicoberekeningen heeft uitgevoerd, wordt duidelijk of en zo ja, hoeveel gebouwen aan het versterkingsprogramma toegevoegd dienen te worden. Mogelijk nog toe te voegen gebouwen hebben een lager risico en dus een lagere prioriteit dan de gebouwen die reeds in het versterkingsprogramma zitten. Naar verwachting is hier eerste helft 2020 duidelijkheid over. SodM adviseert het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) het huidige versterkingsprogramma gedurende het komende jaar onveranderd door te zetten. Voor de veiligheid van de inwoners van Groningen is het van belang dat de versterking met de grootst mogelijke voortvarendheid wordt uitgevoerd.
Wat is het effect van de gedempte metingen op de schade-afhandeling?
Een ambtelijke werkgroep heeft het effect van de afwijking van de G0-meters op de schade-afhandeling onderzocht en geconstateerd dat er geen gevolgen zijn. SodM komt tot dezelfde conclusie. SodM adviseert EZK deze ambtelijke werkgroep ook de mogelijke gevolgen van gedempte metingen van grondversnelling door de B0-meters en haar voorgangers op de schade-afhandeling te laten onderzoeken.
Hoe kunnen dergelijke problemen in de toekomst worden voorkomen?
Het KNMI gebruikt voor het meten van aardbevingen in Groningen een netwerk van seismometers en versnellingsmeters. Het is een zeer groot en complex netwerk, waarvoor voldoende mensen nodig zijn om het professioneel te beheren. Uit het onderzoek van SodM blijkt dat er veel verschillende partijen betrokken zijn bij de aanleg, installatie en operatie van het netwerk. Ook de seismische metingen zelf worden door veel verschillende partijen gebruikt. Geen van deze partijen heeft daarbij in voldoende mate de regie. Afspraken tussen het KNMI en de NAM over rollen en verantwoordelijkheden zijn onvoldoende duidelijk. Daardoor kon het probleem met de meters ontstaan, werden de problemen laat opgemerkt en werd daarover onvoldoende gecommuniceerd door het KNMI en de NAM. SodM adviseert de minister van EZK om samen met de minister van IenW de rolverdeling te verhelderen, duidelijk te maken wie de regie heeft over het seismisch netwerk in Groningen en hoe de kwaliteit wordt geborgd.
Achtergrondinformatie over versnellingsmeters
Versnellingsmeters meten de grondbewegingen aan de oppervlakte. Schade wordt voornamelijk bepaald door de snelheid van de beweging aan de oppervlakte. Die wordt niet alleen bepaald door de afstand tot en de magnitude van de een aardbeving maar ook door lokale bodemgesteldheid. Zo veroorzaakt een beving van 3,0 op veengrond meer schade dan op zandgrond. Op veen wordt dan ook een hogere grondversnelling gemeten. Grondversnelling wordt uitgedrukt in g. Op dit moment staan er 95 versnellingsmeters in het seismisch netwerk van het KNMI in Groningen, waarvan 79 G0-meters en 16 B0-meters. De pre-B0-meters zijn in 2013 allemaal vervangen door B0-meters.