Waarom de schaal van Richter niet goed laat zien wat mensen bovengronds ervaren
De schaal van Richter laat zien hoeveel energie er vrijkomt bij een aardbeving, maar vertelt niet goed wat mensen aan de oppervlakte voelen. Dit is afhankelijk van de diepte van de aardbeving en lokale bodemgesteldheid.
Hoe dieper de beving zit, hoe meer energie er verloren gaat voordat de trillingen het oppervlak bereiken. De meeste natuurlijke aardbevingen vinden plaats op een diepte van 10 tot 100 kilometer, terwijl gasvelden meestal op een diepte van 3 kilometer liggen. De aardbevingen die door gaswinning worden veroorzaakt, zijn dus ondieper en worden daardoor meer gevoeld door mensen in de buurt dan de diepere natuurlijke aardbevingen.
De impact van een aardbeving kan ook sterk verschillen door de bodemgesteldheid. Zachte bodems, zoals klei of zand, versterken vaak de trillingen, terwijl rotsachtige bodems de trillingen dempen. Daardoor ervaren mensen in gebieden met veel veen- en kleigrond aardbevingen veel sterker. De schaal van Richter houdt hier echter geen rekening mee.