Hoe heeft SodM het aardbevingsrisico van het Schoonebeek-gasveld bepaald?
Voor het bepalen van het aardbevingsrisico van waterinjectie in het Schoonebeek-gasveld heeft SodM gekeken naar bevingen in vergelijkbare velden in de omgeving waaronder de gasvelden Emmen, Dalen en Coevorden.
In de velden Dalen en Coevorden heeft, net als bij het Schoonebeek-gasveld, injectie plaatsgevonden. Bij de velden waar ook waterinjectie heeft plaatsgevonden, zijn de afgelopen 30 jaar tien aardbevingen gemeten waarvan de zwaarste een magnitude van 2,2 had. Daarom acht SodM deze bevingen representatief voor het bepalen van het aardbevingsrisico van het Schoonebeek-gasveld. In het Roswinkel-gasveld, ook in Drenthe, was er in 1997 een beving van 3,4. Dit veld verschilt qua gelogische situatie van deze velden waardoor het een verhoogd risico op aardbevingen heeft. Daarom vindt SodM deze beving niet representatief voor het bepalen van het aardbevingsrisico voor het Schoonebeek-gasveld.