Bodemdaling

In grote delen van Nederland daalt de bodem sinds de ijstijd geleidelijk door natuurlijke processen. Maar ook menselijk handelen leidt tot bodemdaling.  Gebruik van grondwater voor landbouw of industrie, beheer van het waterpeil en mijnbouwactiviteiten beïnvloeden tezamen de mate van bodemdaling.

Beeld: Rijksoverheid

Veroorzaakt bodemdaling schade aan huizen?

Bij gelijkmatige bodemdaling is er voor gebouwen in eerste instantie niet zoveel aan de hand. Echter, bij een gelijkblijvend grondwaterpeil wordt de bodem steeds natter. Om dit tegen te gaan, kan het waterschap het grondwaterpeil verlagen. Deze aanpassingen aan het grondwaterpeil kunnen wél schade aan gebouwen tot gevolg kunnen hebben.

Schade aan huizen door veranderingen in grondwaterpeil

Veranderingen in het grondwaterpeil kunnen leiden tot schade aan gebouwen. Bijvoorbeeld als een huis zich op een veen- of kleilaag bevindt en ondiep gefundeerd is. Wanneer zo’n veen- of kleilaag voor het eerst droog komt te staan, kan deze in korte tijd sterk vergaan of inklinken. Dit kan leiden tot onregelmatige zetting van het huis erboven. Verlaging van het waterpeil kan er ook voor zorgen dat houten funderingspalen droog komen te staan en gaan rotten. Het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek schat dat in heel Nederland zo’n half miljoen woningen met funderingsproblemen te maken hebben of kunnen krijgen. Hierbij is de invloed van de klimaateffecten nog niet meegenomen.

Wie bepaalt de hoogte van het grondwaterpeil?

Waterschappen kunnen het grondwaterpeil aanpassen. Zij kunnen het grondwaterpeil echter niet zomaar verhogen, bijvoorbeeld omdat agrariërs dan last krijgen van drassige akkers waar ze niet met hun zware tractoren overheen kunnen rijden. Uiteindelijk is het aan de provincies, gemeenten en waterschappen om te bepalen hoe deze belangen worden gewogen.

Hoe ontstaat bodemdaling door gaswinning?

Bij gaswinning verloopt de bodemdaling langzaam en gelijkmatig. Het aardgas bevindt zich in Nederland meestal in een zandsteenlaag op 2 tot 4 kilometer diepte. Door het winnen van het gas neemt de druk in deze zandsteenlaag af. Daardoor wordt deze zandsteenlaag ineengedrukt door het gewicht van de bovenliggende lagen. Doordat de bovenliggende lagen meebewegen daalt de bodem aan de oppervlakte. De bodemdaling heeft de vorm van een platte schotel met een groot oppervlak. Hoeveel de bodem daalt, is afhankelijk van de hardheid en dikte van de zandsteenlaag, en de hoeveelheid drukdaling door de gaswinning.

Komt de schade aan mijn huis door bodemdaling door gaswinning?

Bij de winning uit het Groningen-gasveld is de bodemdaling op het diepste punt 40 centimeter. Deze bodemdaling is een belangrijke reden voor aanpassingen in het lokale grondwaterpeil. Voor schade aan gebouwen en huizen voor het Groningen-gasveld geldt het wettelijk bewijsvermoeden. Dat betekent dat bij schade door bodemdaling er vanuit gegaan wordt dat deze door de gaswinning komt tenzij er een aantoonbare andere oorzaak is.  Bij de overige gasvelden is de bodemdaling meestal kleiner – vaak minder dan 10 centimeter. Lokale veranderingen in het grondwaterpeil hebben dan vaak andere oorzaken, zoals het oppompen van grondwater voor een fabriek, bemaling voor bouwactiviteiten of seizoensinvloeden. Hier geldt het wettelijk bewijsvermoeden niet. Bij schade aan huizen bij kleine gasvelden als gevolg van bodemdaling, wordt er niet zonder meer vanuit gegaan dat dit door de gaswinning komt.

Bodemdaling door zoutwinning

Bij zoutwinning verloopt de bodemdaling meestal sneller dan bij gaswinning. Door zoutwinning ontstaan holtes in de diepe ondergrond met daarin zout water. Doordat het zout zich onder hoge druk gedraagt als een dikke vloeistof, stroomt dit langzaam in de richting van deze holtes. Deze ‘zoutkruip’  kan aan de oppervlakte leiden tot bodemdaling. Lokaal kan de bodemdaling enige decimeters bedragen. De bodemdalingskom die daarbij ontstaat is vergelijkbaar met die bij gaswinning, maar vaak wat steiler. Dit komt doordat zout plaatselijk wordt gewonnen: niet uit een veld van vaak kilometers groot, maar door toestroom van zout uit een veel kleiner gebied rond de caverne. Indien de achtergebleven zoutcaverne na de actieve zoutwinning leegloopt verdwijnt de caverne in de ondergrond. In dat geval treedt er aan de oppervlakte verdere bodemdaling op. Doordat de bodemdalingskom steil is, kan het voor het waterschap lastiger zijn om het grondwaterpeil aan te passen aan de lokale omstandigheden.  

Wat te doen bij schade aan uw huis door bodemdaling?

Heeft u schade aan uw huis door bodemdaling en woont u boven het Groningen-gasveld, gasopslag Norg of de opslag in Grijpskerk? Dan kunt u uw schade melden bij Instituut Mijnbouwschade Groningen. De IMG handelt alle schade af die veroorzaakt wordt door de gaswinning of de gasopslag.  

Woont u buiten het Groningen-gasveld maar wel in de buurt van gas- of zoutwinning? Dan kunt u uw schade melden bij de Commissie Mijnbouwschade. Deze commissie komt de schade opnemen en geeft advies over de afhandeling ervan. De mijnbouwonderneming moet het advies volgen.

Overige schade door bodemdaling kunt u melden bij het mijnbouwbedrijf. Na uw melding kunt u hulp vragen aan de Technische commissie bodembeweging.

Overige huiseigenaren kunnen terecht bij Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek voor meer informatie.

Wat is de rol van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM)?

Voorafgaand aan de winning moeten mijnbouwondernemingen de mate van bodemdaling als gevolg van hun activiteiten onderzoeken. Deze voorspelling moet ook de bodemdaling die optreedt na afloop van de winning bevatten. De bodemdalingsvoorspelling komt in het winningsplan. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) beoordeelt onder andere deze voorspellingen en de mogelijk nadelige gevolgen ervan. SodM adviseert het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG). Aan de hand van deze beoordeling over het al dan niet goedkeuren van de winningsplannen. Ook het waterschap, de gemeente en de provincie bestuderen de winningsplannen om KGG te kunnen adviseren over eventuele effecten op de waterhuishouding. KGG neemt vervolgens een besluit over de winning en de daarbij toegestane bodemdaling.

Toezicht op de bodemdaling als gevolg van mijnbouw

Mijnbouwondernemingen moeten jaarlijks een zogeheten meetplan indienen bij SodM, waarin zij beschrijven hoe zij de bodemdaling meten. Tijdens de winning controleert SodM of de bodemdaling binnen de voorspelling blijft. Zo niet, dan moet de onderneming de winning stoppen en opnieuw toestemming vragen aan het ministerie van KGG. KGG neemt dan, na advies van de wettelijk adviseurs, een nieuw besluit over de winning.