SodM heft verscherpt toezicht NAM op
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heft het verscherpt toezicht op dat in juni 2021 op de NAM is ingesteld na schade aan een waterinjectieput in Twente. Hierbij heeft de NAM een drukdaling in de put, die een signaal was van schade, veel te laat opgemerkt. De NAM heeft inmiddels op basis van de uitgevoerde studies en het handelen in praktijk laten zien dat de risicobeheersing nu goed op orde is.
NAM reageerde bij put ROW-4 wel juist en op tijd
De NAM ontdekte in 2021 een scheur in de waterinjectieput ROW-2 in Twente. De NAM had deze scheur al in 2017 moeten opmerken, moeten melden bij SodM en onderzoeken. Als reactie hierop heeft SodM de NAM toen onder verscherpt toezicht geplaatst. Inmiddels heeft SodM geconstateerd dat de NAM goed heeft gereageerd op een vergelijkbaar incident bij een andere put (ROW-4). SodM concludeert op basis van de acties die de NAM heeft ondernomen bij het verliezen van de druk tussen de binnen- en de buitenbuis van put ROW-4, dat de risicobeheersing op dit moment op orde is. Er kan altijd schade aan een put optreden, maar door tijdig handelen moet worden voorkomen dat dit kan leiden tot schade voor mens en milieu. Het systeem en gedrag van de NAM heeft bewezen hierop nu correct ingericht te zijn.
Gedragsverandering
Tijdens het verscherpt toezicht heeft SodM niet alleen vaker geïnspecteerd op de activiteiten van de NAM, maar ook met een bredere aanpak. Zo heeft SodM de NAM opgedragen op verschillende punten de risicobeheersing aan te passen en intern verbeteringen door te voeren op het opvolgen van signalen. SodM stelt vast dat de alertheid en het tijdig acteren van de NAM op potentiële problemen is gegroeid. SodM ziet positieve ontwikkelingen in het leiderschap van de NAM. Zo is de NAM proactiever in het contact naar SodM en communiceert de NAM nu tijdig met de toezichthouder over uitdagingen die zij tegenkomt.
Opheffen verscherpt toezicht
SodM besluit dan ook om het verscherpt toezicht op de NAM op te heffen. NAM hoeft niet langer alle meetresultaten van de waterinjectieputten in Twente aan SodM te verstrekken. Het volstaat om dit slechts te doen bij verplichtingen uit de wet, vergunning of het Waterinjectiemanagementplan (WMP). Als daar aanleiding toe is kan SodM altijd om extra meetresultaten vragen. SodM blijft toezicht houden op de activiteiten van de NAM en het veilig opruimen van locaties nadat de activiteiten zijn gestopt.