Injectie van productiewater in Twente
In voormalige gasvelden in Twente werd tot januari 2022 het water geïnjecteerd dat naar boven komt bij de oliewinning in Schoonebeek (Drenthe). De oliewinning ligt sinds die datum stil, omdat de hoeveelheid tolueen in het afvalwater de maximale norm in de vergunning overschrijdt. Tolueen is een stof die van nature in het formatiewater voorkomt. Alleen als het water aan de vergunde waarden voldoet, mag de injectie in Twente weer worden opgestart. Ook al ligt de injectie stil, het toezicht van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) gaat door.
Alle activiteiten van de NAM rondom de injectie van productiewater afkomstig van de oliewinning in Schoonebeek staan sinds juni 2021 onder verscherpt toezicht van SodM. Van de NAM wordt verwacht dat zij in de periode van verscherpt toezicht intensief werkt aan de vereiste verbeteringen en onderzoeken, die zijn opgelegd door SodM. SodM houdt in deze periode nauw contact met de NAM om deze verbeteringen en onderzoeken te volgen. Daarnaast voert SodM extra (onverwachte) inspecties uit. Pas als SodM ervan overtuigd is dat de NAM de risico’s van waterinjectie in de diepe ondergrond afdoende beheerst, kan het verscherpte toezicht worden beëindigd.
Hoe ziet het reguliere toezicht op de waterinjectie in Twente er uit?
De NAM is er voor verantwoordelijk dat de waterinjectie veilig verloopt. SodM ziet erop toe dat de NAM zijn verantwoordelijkheid neemt. De veiligheid van de waterinjectie wordt op de volgende punten gecontroleerd:
- Dagelijkse veiligheid van de putten en leidingen
De NAM heeft een veiligheidsmanagementsysteem voor de injectieputten en bovengrondse transportleidingen. Met dit systeem kan de NAM de putten en leidingen in de gaten houden en zo nodig tijdig actie ondernemen. De NAM is verplicht bijzonderheden die opgemerkt worden in het systeem te melden aan SodM. Daarnaast controleert SodM of het systeem naar behoren werkt. - Zesjaarlijkse technische evaluatie
Specifiek voor Twente heeft de NAM een waterinjectiemanagementplan. SodM heeft dit plan vooraf beoordeeld en goed bevonden. Hierin staan verplichte controles die de NAM moet uitvoeren (en hoe vaak) naar o.a. de verbuizing van de put, het injectiereservoir en de afsluitende gesteentelaag. SodM ziet erop toe dat de NAM de verplichte metingen uitvoert en de juiste acties aan de resultaten ervan verbindt. De NAM moet elke zes jaar een uitgebreide technische evaluatie uitvoeren naar de metingen die volgens dit plan worden uitgevoerd. SodM controleert aan de hand van deze evaluatie of de NAM de waterinjectieactiviteiten naar behoren heeft uitgevoerd. - Jaarlijkse rapportage van het geïnjecteerde water
De NAM moet jaarlijks een waterinjectierapportage opleveren. Hierin rapporteert de NAM over hoeveelheden en de samenstelling van het geïnjecteerde productiewater, de injectiedrukken en de hoeveelheid gebruikte mijnbouwhulpstoffen. SodM beoordeelt deze rapportages, en neemt zo nodig steekproeven om de opgegeven waarden te controleren. - Meten van de bodemdaling
Eventuele bodemdaling in het gebied rondom de voormalige gaswinning in Twente wordt periodiek gemeten door de NAM via een dekkend net van meetpunten. Elke vijf jaar dient de NAM een meetregister in bij SodM. SodM controleert dan of de metingen zorgvuldig zijn uitgevoerd. Uit het meest recente meetregister wordt duidelijk dat de bodemdaling de afgelopen vijf jaar zeer minimaal is geweest. - Monitoren van bodemtrillingen
De NAM heef bij de waterinjectielocaties meters geïnstalleerd om eventuele trillingen in de ondergrond te kunnen meten. Hiervoor heeft de NAM een seismisch risicobeheersplan bij SodM moeten indienen. Hierin staat omschreven hoe trillingen worden gemonitord en welke acties de NAM onderneemt, mocht zich een beving voordoen. SodM heeft dit plan beoordeeld en ziet toe dat de NAM zich hieraan houdt. - Inspectie op locatie
Inspecteurs van SodM controleren ter plekke of de NAM werkt overeenkomstig de wettelijke verplichtingen. Dit zijn verplichtingen uit de Wabo-vergunningen, waterinjectievergunningen, het waterinjectiemanagementplan, de waterinjectierapportage en Arbowetgeving.
Aanvullend onderzoek naar het risico van zoutoplossing en aardbevingen
Naast het controleren of de NAM zich aan de verplichtingen houdt, kan SodM de NAM ook opdragen om onderzoeken uit te voeren. Zo heeft de NAM onderzoek gedaan naar het risico van het oplossen van de zoutlaag die het reservoir afsluit en de kans op aardbevingen als gevolg van de waterinjectie. SodM heeft internationale experts gevraagd om deze rapporten van NAM onafhankelijk te beoordelen. Mede op basis van deze externe reviews is SodM van oordeel dat beide risico’s zeer beperkt zijn. De vorming van holle ruimtes in de diepe ondergrond wordt door SodM redelijkerwijs uitgesloten. In opdracht van SodM heeft de NAM in 2016 een integrale risico-analyse gemaakt van al deze onderzochte risico’s. De NAM heeft in 2022 de risico's van de waterinjectie opnieuw in kaart gebracht en haar monitoringsprogramma aangescherpt.
Elke zes jaar verwerking van productiewater heroverwogen
Volgens de vergunning moet de NAM elke zes jaar onderzoeken of injectie nog steeds de beste methode is om het productiewater te verwerken in Twente. Hierbij worden verschillende milieuaspecten, risico’s en kosten afgewogen. Naar aanleiding van deze alternatievenweging oordeelde SodM in 2023 dat injectie nog steeds de beste verwerkingsmethode is voor het water dat naar boven komt bij de oliewinning in Schoonebeek.
Waar vond de injectie van productiewater plaats?
Sinds 2011 heeft de NAM productiewater geïnjecteerd in drie lege gasvelden. Hiervoor zijn elf putten gebruikt: Tubbergen-7 (TUB7), Tubbergen-10 (TUB10), Rossum Weerselo 2 (ROW2), Rossum Weerselo 3 (ROW3), Rossum Weerselo 4 (ROW4), Rossum Weerselo 5 (ROW5), Rossum Weerselo 7 (ROW7), Rossum Weerselo 9 (ROW9) Tubbergen-Mander 1 (TUM1), Tubbergen-Mander 2 (TUM2) en Tubbergen-Mander 3 (TUM3).