Hoe wordt bepaald of waterinjectie veilig kan?
Bij iedere waterinjectie wordt bij de beoordeling van een vergunningaanvraag getoetst of de activiteiten veilig kunnen worden uitgevoerd. SodM adviseert de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over de ondergrondse en bovengrondse risico’s. De minister besluit vervolgens of de risico’s aanvaardbaar zijn.
Beoordeling ondergrondse risico's
Bij de beoordeling van de ondergrondse risico's toetst SodM of de NAM een goede analyse heeft gedaan op onder meer bodembeweging en de kans op aardbevingen. Wat betekent de injectie in het gasveld voor eventuele aardbevingen? Wat zijn de gevolgen voor de toekomstige bodemdaling in het gebied? Zijn eventuele gevolgen voor de omwonenden en nabijgelegen natuurgebieden goed in beeld gebracht en stelt de NAM passende beheersmaatregelen voor?
Beoordeling bovengrondse risico's
Bij de beoordeling van de bovengrondse risico's adviseert SodM over de activiteiten die effect hebben op de veiligheid voor mens en milieu, zoals geluid, emissies, geur, licht en energieverbruik. Daarnaast kijkt SodM specifiek naar de waterinjectie. Mag het injecteren van afvalwater afkomstig van de oliewinning volgens de geldende regels voor het verwerken van afval? Is de kans op lekkage van het afvalwater tijdens aanvoer op de locatie en injectie in het gasveld zo beperkt mogelijk? Gebruikt de NAM de nieuwste kennis en techniek?